
‘Waarom ga je wandelen?
Dat kan ik moeilijk uitleggen, het is alsof ik het contact met het universum ben kwijtgeraakt, vertelde Zoe. Monsieur chevallier ging er niet op in.
Hij deelde zijn wijsheid met me. Je sportschoenen zijn niet perfect, maar je kan er wel op beginnen… Er waren twee dingen waar je zeker van kunt zijn. Bij aankomst bij de kathedraal moet je huilen. En je zult ampoules (blaren) krijgen. Dat eerste zou me niet gebeuren. Ik zou niet verder dan de Spaanse grens gaan. Dan zou mijn geld op zijn en ik terug vliegen naar huis. Zoe, zo sloot hij af, je gaat naar Santiago en je zult vinden wat je bent kwijtgeraakt.‘
(uit Camino van Graeme Simsion & Anne Buist)
Met deze woorden startten we onze pelgrimstocht. Een back-to-basic weekend.



Ze maakt de balans op. Als ik nu stop. Krijg ik dan spijt? Of is het verstandig? Ze besluit de eerste dag uit te lopen. 26kilomter. Bij aankomst duikt ze haar bed in. Vermoeid. En valt in slaap.
Als ze rond 20u nog even wakker wordt verteld ze:
Ik zat te denken, misschien moeten we hier een traditie van maken. Volgend jaar weer met elkaar op pad?’
Ze kwam van ver. Heeft tijden gekend van grote dalen en diepe donkerte. Ik ben tot tranen toe bewogen. Ik weet het. Ik loop al langer met haar op. En wat ben ik ontroert als ik later lees; ‘het heeft me nieuwe moed en hoop gegeven’. Ze heeft de tweede dag besloten verstandig te zijn. Haar lijf en hoofd gaven een grens aan. Maar het zaadje is gepland. Misschien wordt mijn jaarthema ‘binnenste buiten’. En onderweg naar een meerdaags tocht.

De ander loopt steady door. Ze heeft begin dit jaar meegedaan met een online workshop ‘focus voor het nieuwe jaar’. Ik herinner het me goed. Ze wist het. Ze moest meer eigen keuzes gaan maken, niet vanuit ‘zorg voor de ander’. Maar afgestemd op haarzelf én op de ander. Beide mogen er zijn. Hoe staat het ervoor? En wat wordt mijn volgende stap? Dat waren haar vragen.
En wat bijzonder dat ze ontdekte. Het is goed zo.
Ik wilde meer ruimte. Ik heb meer ruimte. En dat bracht gelijk het volgende dilemma, als je dan ruimte hebt, waar wil ik die mee vullen?
Ook zij ging met nieuwe richting naar huis. Vol vertrouwen dat hoe ze afgelopen haar weg was gegaan en hoe ze gegroeid was in het verlangen. Zo zal dat ook dit jaar vorm gaan krijgen. Ze weet nog niet precies hoe. Voldaan, moe en tevreden sluit ze het jaar af en begint er een nieuwe etappe van haar reis!


De laatste was lastminute aangehaakt. Een pittige gezinssituatie, dag en nacht zorgen. En de aard van het beestje: Omkijken naar de ander. De buurvrouw had nog zo gezegd. Ja gaat wel écht voor jezelf en niet alleen maar bezig met anderen zijn.
Ze stelt het 1op1 gesprek uit. Ik snap het wel. Ze is liever met anderen bezig. En mijmert zelf. En heeft een vol hoofd.
En toch, als we dat gesprek hebben, worden we verrast. De winter. De kale bomen. De winter mag er zijn. Het uitgeputte maakt haar geen slechte moeder. Ze mag op een andere manier er nu zijn. En dat is genoeg. Zijn, het woord wat zij mee naar huis maakt.


En tussendoor. Lachbuien. Gezelligheid. Betrokkenheid. Stilte. Een traan. Overnachten in een stayokay waar ze vergeten waren dat we eten hadden gereserveerd. En bij de Bed en Breakfast de Verwondering. Met de lekkerste yoghurt die er bestaat. Een prachtige en rustgevende plek. Met pontjes overvaren. Regenbuien. Hagel. Snijdend koude wind.
En dan alle verassingen; de regenboog, de kerk die openstond, de zinssnede ‘wat je seizoen ook is’, een lied die raakte. En de liefde voor buitenzijn die bij iedereen herleefde. En gevoed werd door de prachtige natuur en fysieke uitdaging.
We lezen de laatste woorden uit ons boek:
‘Ik had gevonden wat ik was kwijtgeraakt. Het geloof in mezelf en het lef om risico’s te nemen voor dingen die ik belangrijk vond. Toen ik voor de kathedraal van Santiago stond, voelde ik me nietig door mijn eigen domheid en het zichtbare bewijs dat de mensheid heel groots kan zijn. Noot nooit van mijn leven had ik zo sterk het gevoel gehad ik thuiskwam. En toen moest ik huilen.‘
We deelden wat we mee naar huis namen.
Sloten af met een prachtlied terwijl we elkaars kaarsen aanstaken.
Ik geef het door aan jou. (band Nobuts)
Zijn we niet allemaal hier om tot zegen te zijn. Vanuit onze eigen kwetsbaarheid, kleinheid, kracht of seizoen. We gaan weer terug naar huis. Maar niet zonder wat we hebben opgedaan mee te nemen onze eigen kleinere en grotere wereld in.
Volgend jaar weer? Zeiden ze allemaal! Misschien wel met jou erbij.
ps Het is vaak moeilijk te verwoorden waarom dit prachtweekenden zijn. Ieder heeft zijn eigen proces. Ieder gaat zijn eigen pad. En toch is er verbinding en samen onderweg zijn. Hopelijk gaf dit je een inkijkje en een uitnodiging om die stap te zetten.
Lees ook hun recensies.
Of meld je gelijk aan!

